Even praten over de bloemetjes en de bijtjes? Zo zet je woorden om in actie.

Er ging me laatst iets aan het hart. En nee, niet dat ene gesprek dat je met je kinderen moet hebben… Heel belangrijk wel, maar het is ook een goed idee om daadwerkelijk stil te staan bij de bloemetjes en de bijtjes. En, er ook met je kinderen over te hebben. Zij zijn namelijk de volgende generatie die zorg gaat dragen voor onze wereld. De beste erfenis die wij kunnen nalaten, is een florerend ecosysteem. Bestuivers spelen daar een super belangrijke rol in.

Is het je opgevallen dat er weinig zoemende vrienden om je heen vliegen de laatste tijd? Tel ze eens voor de grap als je buiten loopt. Dan merk je het pas op.

Ik fietste onlangs even een rondje met mijn hond (Kenji) en Jarno door een gebied waar we vaker komen. Het avondzonnetje scheen met een gouden glans tussen de bomen en de boterbloempjes reflecteren de vrolijke gele gloed. We sloegen een bocht in en ik waarschuwde Jarno; ‘Niet te hard fietsen hier. Dit noem ik het vlinderpad. Er zitten veel vlinders op de grond te chillen’. We willen niet dat de vlinders iets overkomt, dus we minderen vaart en fietsen er op het gemakje doorheen. Het valt me op dat er geen vlinders zijn, totdat Jarno er ééntje opmerkt. De vlinder vloog weg toen we ‘m naderden. ‘Wat gek, er zaten hier voorheen tientallen vlinders’, roep ik verbaasd. ‘Wanneer je over het pad liep of fietste, vlogen ze allemaal op. Een magisch gezicht was dat.’ voegde ik er nog aan toe. Ik bedacht dat het vast aan de koude lente lag dat ze er nog niet waren.

Een dag later keek ik de stories van mijn community op Instagram en kwam ik een artikel tegen op nu.nl over de vlinder- en bijentelling. Een stukje uit het artikel luidt:

‘Op 30 mei werd de voorjaarstelling afgerond. De maandag gepresenteerde resultaten bevestigen de vrees van Veling: het aantal waargenomen dagvlinders lag in maart, april en mei zo’n 20 tot 30 procent onder het gemiddelde van de laatste jaren.’

Nu zijn artikelen die door de media gepubliceerd worden naar mijn idee altijd een tikkeltje dramatisch om de leesstatistieken te kietelen. Toch baarde dit me zorgen…

Is it me? Of zie ik inderdaad veel minder vlinders en bijen? Zeker omdat het me de dag ervoor al opviel. Ik vind dat we zeker over de bloemetjes, de bijtjes en de vlindertjes moeten blijven praten om het onderwerp ‘biodiversiteit’ meer onder de aandacht te brengen.

Ik weet ook dat we sterk zijn als collectief. Je hoeft niet meteen hele communities en events op te zetten, je kunt al in je eigen tuin, wijk of balkon het verschil maken. Kleine stapjes zijn behapbaar en makkelijker om mee te beginnen. Daarom heb ik het laaghangend fruit even samengevat.

1. Plant meer wilde bloemen in je tuin of balkon

Heb je een eigen plekje buiten? Top. Dan kun je daarmee beginnen. Wip er wat tegels uit en verklein of vervang je grasveld. Er zijn andere alternatieven voor gras die beter zijn voor ons ecosysteem. Maak ruimte voor een verscheidenheid aan wilde bloemen en let ook op hoogtes en laagtes in je vegetatie, het is een herkenningspunt en uitkijkpost voor vlinders.

Daarnaast is een goede mix van bloemen die elkaar opvolgen in hun bloei erg belangrijk. De eerste bijen komen al in februari uit hun winterslaap en hebben munchies. Ze zijn vaak nog actief tot in november. Weet wel dat niet elke bloem geliefd is bij bestuivers. Zo zijn dubbele bloemen niet handig, kies enkelvoudige bloemen uit. In de stamper van enkelvoudige bloemen zit nectar en aan de meeldraden zit stuifmeel – een rijk voedselbron dus. Denk aan lavendel, vlinderstruik, rozen en vergeet-me-nietjes. Google vertelt je welke bloemen nog meer geliefd zijn bij de bestuivers. Zo creëer je een gevarieerd beeffet en draag je jouw steentje bij aan ons ecosysteem.

Er is genoeg inspiratie te vinden op Pinterest hoe je jouw tuin of balkon leuk voor jezelf én voor de bestuivers kunt maken. Wie wordt er niet vrolijk van bloeiende bloemen?

2. Begin een guerrilla garden

Guerrilla garden is een klein stukje grond dat officieel niet van jou is, waar je dan bloemen op plant. Je ziet het vaak in steden. Er worden lege plekjes opgevuld bij de bomen of ergens in een straat door (vaak) de mensen die er wonen en de buurt willen vergroenen. Ik ben daar één van. Voor ons gebouw staan allemaal bomen met zand eromheen. Samen met Jarno hebben wij een klein bloemenperkje gemaakt om de bomen heen. Daar staan verschillende wilde bloemen het hele jaar door te bloeien.

Ik moet er weleens een stukje kauwgom of peuken tussenuit vissen, maar dat doe ik met liefde, omdat ik weet dat ik hiermee bijdraag.

Heb jij een kaal plekje ergens in de wijk? Of de mogelijkheid om een paar tegels te wippen? Strooi er dan wat wilde bloemen zaden op. Zelfs al is het maar een ieniemienie plekje van een paar centimeter. Ik heb dat soort kleine plekjes bij de lantaarnpalen opgevuld met zonnebloemen vorig jaar. Wees creatief, alle kleine beetjes helpen.

3. Zorg voor water en beschutte plekjes

Niet alleen bloemen zijn belangrijk voor bestuivers, ook water en beschutte plekjes om te schuilen zijn nodig. Er worden Bee Cups gemaakt die ook nog eens leuk zijn om naar te kijken, maar je kunt ook je eigen drinkplekjes inrichten met schaaltjes en kleine potjes.

Zo had ik laatst een piepklein potje liggen met wat edelstenen die ik her en der verzameld had. De onderkant van het potje heb ik dichtgekit, zodat het water erin blijft. Uiteindelijk verdampt het water natuurlijk, maar dan vul jij of de regen het weer aan.

Ondiep schaaltje werkt ook heel goed. Leg er wel steentjes in, zodat de insecten niet verdrinken. Ik gebruik vuursteentjes, omdat ze ook nog eens een zuiverende werking hebben in het water. De paden in de natuur liggen er bezaaid mee. Normale stenen werken ook. Ik heb er een story over gemaakt op Instagram en opgeslagen in mijn Highlight genaamd 8m2.

Verder is het ook fijn voor de bestuivers om te kunnen schuilen. Leg beschutte hoekjes aan met hagen en heggen. Ik heb ooit eens wat gevallen dennenappels meegenomen uit het bos en bij de planten neergelegd op mijn balkon. Werkt ook heel goed.

Ik geloof er heilig in dat als we allemaal kleine stapjes nemen, dat we samen een groot verschil kunnen maken. Heb je een aanvullende tip voor dit blog? Stuur me een mailtje naar aksana@rootandbloom.studio. Samen worden we ook slimmer. 😉